26-08-2019, 16:59
Toespoor bij vissersschepen en hun afgeleiden zou eventueel misschien kunnen.
Bij klippers en tjalken werkt 't gewoon niet, dan remt het alleen maar.
Omdat de discussie eeuwig zal doorgaan, kopieer ik hieronder mijn bijdrage op 20 maart 2017:
Nieuwe Maan schreef:
............. dat de zwaarden zo moeten worden ondersteund dat ze een hoek van circa 4 graden met de scheepsas moeten maken.
Berghout-2:
Wat grappig dat deze discussie eeuwig blijft terugkomen.
Uit nieuwsgierigheid, en om te zien of die vaak genoemde 4 graden valt onder "broodje aap" of niet, is er in de jaren '80 een experiment uitgevoerd met de zwaardklampen (zo heten kabbellatten bij botters) van de botter Trui BU130.
De Trui was toe aan nieuwe zwaardklampen, en er werd besloten om die 4 graden toespoor te geven.
Dat mondde uit in wanstaltige verhoudingen, want: 4 graden op 3 meter lengte betekent ongeveer 21 centimer verbreding aan de achterkant. Aangezien een botter op die plek toch al aardig smaller is dan aan de voorkant van de zwaardklampen, mondde dit uit in enorm uitstekende stukken hout. Niet echt mooi, maar je kon wel handig buitenom lopen.
Over de gevolgen voor de zeileigenschappen kan ik kort zijn: de Trui verlijerde totaal niet meer en ging zuiver in haar kiellijn vooruit. Tot zover het goede nieuws.
Het slechte nieuws was dat Trui niet meer vooruit te branden was in het kruisrak. En dat is niet fijn.
Tijdens de toen beroemde Westwalwedstrijd voer de Trui van alle botters veruit de hoogste koers, maar finishte als een van de laatste.
Het lijkt erop dat de zwaarden door het te grote toespoor flink werden overtrokken en als remflap gingen fungeren.
Na korte tijd werd besloten de zwaardklampen terug te brengen naar normale proporties, dat wil zeggen: ongeveer evenwijdig aan de scheepsas. Resultaat: ze zeilt gewoon hartstikke lekker, zeker voor een 142 jarige botter van voor de sleeptankproeven! En ja, ze verlijert een graadje of wat, maar zo is de aanstroomhoek voor de zwaarden blijkbaar precies goed want die werken als een tierelier.
Wat mij betreft valt de "4 graden toespoor" in dezelfde categorie als "in de holte van het zwaard past een puts water", dat wil zeggen: het is een broodje aap dat toch een heel klein beetje waar kan zijn, ofwel: klok en klepel.
Groet,
Wim.
Bij klippers en tjalken werkt 't gewoon niet, dan remt het alleen maar.
Omdat de discussie eeuwig zal doorgaan, kopieer ik hieronder mijn bijdrage op 20 maart 2017:
Nieuwe Maan schreef:
............. dat de zwaarden zo moeten worden ondersteund dat ze een hoek van circa 4 graden met de scheepsas moeten maken.
Berghout-2:
Wat grappig dat deze discussie eeuwig blijft terugkomen.
Uit nieuwsgierigheid, en om te zien of die vaak genoemde 4 graden valt onder "broodje aap" of niet, is er in de jaren '80 een experiment uitgevoerd met de zwaardklampen (zo heten kabbellatten bij botters) van de botter Trui BU130.
De Trui was toe aan nieuwe zwaardklampen, en er werd besloten om die 4 graden toespoor te geven.
Dat mondde uit in wanstaltige verhoudingen, want: 4 graden op 3 meter lengte betekent ongeveer 21 centimer verbreding aan de achterkant. Aangezien een botter op die plek toch al aardig smaller is dan aan de voorkant van de zwaardklampen, mondde dit uit in enorm uitstekende stukken hout. Niet echt mooi, maar je kon wel handig buitenom lopen.
Over de gevolgen voor de zeileigenschappen kan ik kort zijn: de Trui verlijerde totaal niet meer en ging zuiver in haar kiellijn vooruit. Tot zover het goede nieuws.
Het slechte nieuws was dat Trui niet meer vooruit te branden was in het kruisrak. En dat is niet fijn.
Tijdens de toen beroemde Westwalwedstrijd voer de Trui van alle botters veruit de hoogste koers, maar finishte als een van de laatste.
Het lijkt erop dat de zwaarden door het te grote toespoor flink werden overtrokken en als remflap gingen fungeren.
Na korte tijd werd besloten de zwaardklampen terug te brengen naar normale proporties, dat wil zeggen: ongeveer evenwijdig aan de scheepsas. Resultaat: ze zeilt gewoon hartstikke lekker, zeker voor een 142 jarige botter van voor de sleeptankproeven! En ja, ze verlijert een graadje of wat, maar zo is de aanstroomhoek voor de zwaarden blijkbaar precies goed want die werken als een tierelier.
Wat mij betreft valt de "4 graden toespoor" in dezelfde categorie als "in de holte van het zwaard past een puts water", dat wil zeggen: het is een broodje aap dat toch een heel klein beetje waar kan zijn, ofwel: klok en klepel.
Groet,
Wim.
Genoeg is meer dan veel