Dit forum gebruikt cookies.
Dit forum maakt gebruik van cookies om uw inloggegevens op te slaan als u bent geregistreerd, en uw laatste bezoek als u nog niet geregistreerd bent. Cookies zijn kleine tekstdocumenten die op uw computer worden opgeslagen; de cookies die door dit forum worden geplaatst, kunnen alleen op deze website worden gebruikt en vormen geen beveiligingsrisico. Cookies op dit forum houden ook bij welke specifieke onderwerpen u hebt gelezen en wanneer u ze voor het laatst hebt gelezen. Bevestig of u deze cookies accepteert of weigert.

Er wordt een cookie in uw browser opgeslagen, ongeacht uw keuze, om te voorkomen dat u deze vraag opnieuw krijgt. U kunt uw cookie-instellingen op elk gewenst moment wijzigen via de link in de voettekst.

Waardering:
  • 0 stemmen - gemiddelde waardering is 0
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Namen van onderdelen nabij zwaard
#1
Hoe heet die houten balk net onder de waterlijn onder het zwaard?

Hoe heet dat driehoekige blok net voor het zwaard voor het draaipunt?

Waarvoor dienen deze onderdelen?
Antwoord
#2
Die balk noemen wij kabbellat, wordt ook wel strijklat genoemd. Functie is om de hoek van het zwaard ten opzichte van het schip te bepalen.

Dat driehoekige blok heet een aanvaringsklamp. Dient om het zwaard te beschermen.
Antwoord
#3
swblom heeft gelijk als het over platbodemjachten gaat.
Op jouw klipper is de balk die net onder water zit de kabbellat of zwaardklamp. Hij zorgt ervoor dat het zwaard goed en op de goede plaats gesteund wordt als het hard tegen het schip wordt gedrukt, en voorkomt overmatige slijtage aan schip en zwaard.
Soms wordt er toespoor gegeven door de kabbellat aan de achterzijde breder te maken dan aan de voorzijde. Het nut daarvan is uiterst omstreden en dubieus. Meer toespoor leidt in theorie tot minder verlijeren, maar in de praktijk kan dat slecht uitpakken doordat de zwaarden dan ook veel meer gaan remmen. Bovendien worden de kabbellatten al gauw heel erg breed: bij jouw klipper zullen de latten ongeveer 4 meter lang zijn; geef je die 4 graden toespoor, dan zijn ze aan de achterkant al 28 cm breder dan aan de voorkant. Dat is errug lastig varen!
Ik raad altijd aan om de kabbellatten gewoon rechttoe-rechtaan te maken, en dan zó dik (of dun) dat de zwaarden nergens het staal van het schip raken.

De krachten op zwaarden kunnen enorm zijn, zeker bij zeilen op hoge golven. Daarom moeten zwaarden erg sterk zijn (en dat geldt ook voor het beslag waar de zwaarden aan hangen).
Zwaarden moeten van zwaar materiaal gemaakt worden, want ze moeten goed willen zakken. Zwaarden van naaldhout komen steeds bovendrijven, zoals sommige eigenwijze bootjesbezitters door schade en schande hebben ervaren. Goede zwaarden van grote klippers wegen veel meer dan een ton.

Dat driehoekige blok is inderdaad (zoals swblom al schreef) de aanvaringsklamp. Als je met je klipper langs een kade schuift, zou je kunnen blijven haken met de zwaardkop wat fataal kan zijn voor de zwaardbout. Daarom zit die aanvaringsklamp daar.
Vroegâh waren aanvaringsklampen altijd flinke dingen van meer dan een meter lang (kijk maar naar de inkankersporen op je schip). Daar kun je fatsoenlijk boemsmateriaal tegen hangen als je afgemeerd ligt. Tegenwoordig is die klamp uit onwetendheid vaak niet meer dan een driehoekje en dat is niet fijn.

Wim.
Genoeg is meer dan veel
Antwoord
#4
Volgens stofberg is 1-2 graden toespoor voldoende. Vredenburg sprak over 3 graden meen ik.

Tip: ik heb de kabbellat geheel van kunststof = nooit meer onderhoud.
Actieve & handige vrijwilligers gezocht: https://www.palingaak.nl/
Antwoord
#5
Toespoor bij vissersschepen en hun afgeleiden zou eventueel misschien kunnen.
Bij klippers en tjalken werkt 't gewoon niet, dan remt het alleen maar.
Omdat de discussie eeuwig zal doorgaan, kopieer ik hieronder mijn bijdrage op 20 maart 2017:




Nieuwe Maan schreef:
............. dat de zwaarden zo moeten worden ondersteund dat ze een hoek van circa 4 graden met de scheepsas moeten maken.

Berghout-2:
Wat grappig dat deze discussie eeuwig blijft terugkomen.
Uit nieuwsgierigheid, en om te zien of die vaak genoemde 4 graden valt onder "broodje aap" of niet, is er in de jaren '80 een experiment uitgevoerd met de zwaardklampen (zo heten kabbellatten bij botters) van de botter Trui BU130.

De Trui was toe aan nieuwe zwaardklampen, en er werd besloten om die 4 graden toespoor te geven.
Dat mondde uit in wanstaltige verhoudingen, want: 4 graden op 3 meter lengte betekent ongeveer 21 centimer verbreding aan de achterkant. Aangezien een botter op die plek toch al aardig smaller is dan aan de voorkant van de zwaardklampen, mondde dit uit in enorm uitstekende stukken hout. Niet echt mooi, maar je kon wel handig buitenom lopen.

Over de gevolgen voor de zeileigenschappen kan ik kort zijn: de Trui verlijerde totaal niet meer en ging zuiver in haar kiellijn vooruit. Tot zover het goede nieuws.
Het slechte nieuws was dat Trui niet meer vooruit te branden was in het kruisrak. En dat is niet fijn.
Tijdens de toen beroemde Westwalwedstrijd voer de Trui van alle botters veruit de hoogste koers, maar finishte als een van de laatste.

Het lijkt erop dat de zwaarden door het te grote toespoor flink werden overtrokken en als remflap gingen fungeren.

Na korte tijd werd besloten de zwaardklampen terug te brengen naar normale proporties, dat wil zeggen: ongeveer evenwijdig aan de scheepsas. Resultaat: ze zeilt gewoon hartstikke lekker, zeker voor een 142 jarige botter van voor de sleeptankproeven! En ja, ze verlijert een graadje of wat, maar zo is de aanstroomhoek voor de zwaarden blijkbaar precies goed want die werken als een tierelier.

Wat mij betreft valt de "4 graden toespoor" in dezelfde categorie als "in de holte van het zwaard past een puts water", dat wil zeggen: het is een broodje aap dat toch een heel klein beetje waar kan zijn, ofwel: klok en klepel.

Groet,
Wim.
Genoeg is meer dan veel
Antwoord


Ga naar locatie:


Gebruikers die dit topic lezen: 1 gast(en)