Beste Platbodemers!
herhaaldelijk duiken er gruwelverhalen op in de pers over gebroken masten en gieken en de tragische ongelukken van opvarenden. Recent heeft de "Spiegel de Zeilvaart" ook iets over gepubliceerd. Wij zijn geen beroepsschippers. Ik in ieder geval niet. Maar misschien is het toch nuttig om mijn mast eens door een expert te laten bekijken. Beslag eraf, kloppen en prikken: zachte plekken en windscheuren.... Hoeveel kan er zonder probleem, en wat kan er niet meer? Wat is de tolerantie? Wat is de zin, en wat is er onzin? Ik zeil zonder gasten, alleen voor de recreatie. Regelmatig doen we wel een clubwedstrijdje mee, dan wordt het spul wel wat zwaarder belast dan wanneer we met tweeën varen. Maar geen van beide gevallen wil je met een valhelm op in de kuip staan natuurlijk. Zijn er keuringsinstanties voor "ons soort mensen", die werkelijk deskundig zijn, er een keuring uit kunnen voeren? Ik heb na een aantal hilarische ervaringen met keuringsbureau's niet zo heel veel vertrouwen meer in de expertise van sommige ( dure,) keurmeesters. Hoe kijkt jelui daar tegenaan? Ik ben benieuwd.... vr. grt, Jan-Kees.
Wij proberen het zelf in de gaten te houden. Minimaal 1 keer per jaar op verdachte plekken (bij beslag, mastbout, navigatieverlichting) proberen of er ergens een zacht plekje zit. Ieder zacht plekje is direct een risico en moet aangepakt worden.
Na dit testen meteen de daar door beschadigde plekjes bijwerken met Perkoleum.
Ik besef me dat ik dan nog steeds blind ben voor de stukken die echt achter het beslag zitten en rot van binnenuit. We hebben een holle mast, de vorige is daarop gesneuveld....
Beste schipper Jan Kees, of je nu met of zonder gasten vaart speelt geen rol, je wilt veilig varen. En deugdelijke materialen zijn (soms letterlijk...) hoofdzaken!
Ook wij controleren o.a. onze mast en giek jaarlijks. Hoe? Het kloppen met een houten hamer of het houten heft van een beitel heeft ons doen leren dat massief hout anders klinkt dan aangetast / rot hout. Het vaker doen van het kloppen op hout is voor ons een leerproces. De kwetsbare, dus extra aandacht vragende, plekken zijn uiteraard daar waar beslag is aangebracht. In mijn ogen is er geen sprake van het accepteren van een tolerantie; geconstateerde gebreken- hoe klein ook - vragen actie . Het inbrengen van RVS (!!) schroeven vraagt op zich al aandacht om inwatering te voorkomen, m.n. die plekken vragen regelmatig een kritisch oog.. en waar nodig actie. Over windscheuren valt voldoende op dit forum te lezen, samenvatting: NIET dichtmaken!!
Je vraagt tevens naar wie controle kan uitoefenen. Uiteraard zijn er mastenmakers die dat kunnen. Op veel havens of werven is bovendien een 'houtman' die dat kan. Soms ontmoet je ook ervaren mensen die obv veel ervaring met hun eigen schip je kunnen en willen helpen.
Wellicht zal dé houtbaas van dit forum ook nog reageren: Berghout 2.. Eén advies: volg zijn advies..
Een heel veilig vaarseizoen gewenst!
Ik zal een verhaaltje schrijven over het keuren van rondhouten. Maar eerst even de algemene kennis bijspijkeren. Ga er maar voor zitten met popcorn en een neut.
De houten masten en andere rondhouten op ons soort scheepjes komen tegenwoordig voor in drie soorten:
A. Massief uit 1 boom, met het hart er nog in
B. Massief, uit 1 boom maar dan zo gezaagd dat het hart er niet in zit
C. Samengesteld, verlijmd uit planken.
Ik zal de bijzonderheden van deze soorten beschrijven.
A: (massieve boom). Dit soort rondhouten zie je vooral in de zware en grote maten, bijvoorbeeld op botters, klippers en tjalken. Vroeger waren de masten vaak van Amerikaans grenen (pitch pine) en de gieken van fijnspar (vuren). Amerikaans grenen is zulk goed mastenhout (sterk, veerkrachtig, duurzaam) dat het niet meer verkrijgbaar is in flinke maten, het is domweg òp.
En vurenhout is heel taai en veerkrachtig en tegelijk licht in gewicht, ideaal voor gieken.
Tegenwoordig zijn de massieve rondhouten meestal van lariks (tot ongeveer 22 meter) of douglas (tot 30 meter). Er komt bijzonder mooi lariks van de berghellingen in de omgeving van Fulda (midden Duitsland). Douglas groeit bijna overal, bijvoorbeeld in kwekerijen in de Ardennen, maar ook op de Veluwe.
Een boom die gekapt wordt is nat van binnen, dat is normaal. Het drogen gaat uitermate langzaam, dikwijls wordt gerekend met een jaar droogtijd per duim dikte. Het is absoluut geen optie om een stam te laten drogen voordat er een rondhout uit geschaafd wordt, dat zou vele, vele jaren duren.
Een vers geschaafde mast is dus nat van binnen. In het gebruik zal hij langzaam drogen waarbij krimp ontstaat. De krimp in de lengterichting is te verwaarlozen, je mastje zal dus niet korter worden. Maar de krimp dwars op het hout is aanzienlijk, waarbij het buitenste hout het hardste krimpt. Er komen spanningen vrij die zich uiten in het ontstaan van scheuren, de zogenaamde windscheuren. Deze scheuren lopen haaks op de buitenkant, recht naar het hart van de stam.
Hoe diep en breed de scheuren worden, dat hangt sterk af van de stam in kwestie, de temperatuur en zonneschijn, en de oppervlaktebehandeling.
Een kenmerk van windscheuren is, dat ze altijd evenwijdig lopen aan de vezels van het hout. Er zijn dus geen vezels onderbroken.
Windscheuren hebben nauwelijks invloed op de sterkte van rondhouten. Maar er is wel een risico, vooral bij liggend hout zoals gieken, kluiverbomen en bokkepoten, dat er water blijft staan in de scheuren wat tot rot kan leiden.
Wat wel een risico is, vooral bij douglas, is dat er kwastenkransen in de stam zitten. Daaronder versta ik: drie of meer kwasten op dezelfde hoogte. Bij elke kwast is het vezelverloop verstoord, bij een kwastenkrans is het vezelverloop een zooitje met grote kans op breuk. Een goede mastenmaker keurt een stam met een kwastenkrans onherroepelijk af.
Overigens is een vaste kwast (restant van een levende tak) vervelender dan een losse kwast (restant van een dode tak die omgroeid is). Bij een levende tak lopen de vezels namelijk vanuit de stam naar buiten naar de tak, terwijl de vezels bij een dode tak er alleen met een bochtje omheen gaan.
Massieve rondhouten uit 1 boom zijn over het algemeen sterk, soepel en veerkrachtig en gaan lang mee (mits goed gemaakt en goed onderhouden).
B. Massief maar buiten het hart gezaagd.
Voor niet al te dikke rondhouten, tot ongeveer 20 cm dikte, is er een andere mogelijkheid. Een dikke stam wordt dan in de lengte doorgezaagd, over het hart van de boom. De twee helften worden daarna elk zo bezaagd, dat er uiteindelijk 4 vierkante balken uit de stam overblijven. Vooral bij douglas wordt dat gedaan.
Een standaard handelsmaat voor voorgezaagde douglas stammen is 41x41 cm met lengtes tussen 6 en 13 meter. Op de hoeken zit dan nog flink wat spinthout (waarover later meer). Deze balken worden verder bezaagd tot 20x20 cm, waarbij aan 1 hoekje nog net het hart kan zitten, en daar diagonaal tegenover een flinke hoek spint.
Waarom zo moeilijk doen?
Het grote voordeel is dat, wanneer het hout gaat drogen, het hout niet of nauwelijks zal scheuren. Het hout zal wel ovaal worden (bij rondhout) of tot een wybertje trekken (bij vierkant hout).
Voor platbodemjachtjes zijn zo goedkope en mooie rondhoutjes te maken.
Zijn er ook nadelen t.o.v. A. (massief uit hele boom?). Ja, helaas.
In de eerste plaats noemde ik al het spinthout, het kan lastig zijn om dat helemaal weg te krijgen.
En in de tweede plaats kunnen kwasten roet in eten gooien.
Om dit uit te leggen moet ik even beschrijven hoe een naaldboom (want daar hebben we het over) groeit. Denk aan een kerstboompje. Aan het dunne boompje zitten heel dunne takjes (om de ballen aan te hangen) die vanuit het merg haaks naar buiten steken. Als dat boompje groeit wordt er aan de buitenkant telkens een laagje hout gevormd (dat gebeurt door het Cambium, een vliesje dat tussen het hout en de schors ligt. Dat Cambium zet naar binnen houtcellen en naar buiten schorscellen af). Het nieuwe hout wordt om de takjes heen gevormd, die zelf ook hoe langer hoe dikker worden.
Later, als wij het hout gaan zagen, komen we die takken tegen. We noemen ze dan kwasten of knoesten.
Als we een mast uit 1 dikke stam maken, lopen die kwasten keurig van het midden van de stam naar buiten; de houtvezels gaan er met een boogje omheen.
Maar als we de stam eerst aan planken of balken zagen, dan kunnen die kwasten opeens heel vervelend het houtoppervlak schampen. We noemen dat schietkwasten. Ze kunnen de sterkte van een rondhout sterk beïnvloeden.
Een derde mogelijk nadeel is dat de vezels schuin in de balk kunnen liggen. Hoe dat komt en wat het gevolg ervan is, leg ik verderop uit onder "verlijmde rondhouten".
C. Samengestelde/verlijmde rondhouten.
Eerst een uitgebreide inleiding.
De meeste bootjesmensen denken dat Oregon Pine (daarmee bedoelt men Oregon Clear&Better) altijd heel erg sterk is. En dat een verlijmde mast van Oregon Cl&B sterker is dan eentje uit een massieve boom. Er zijn zelfs professionele rondhoutmakers die dat denken.
Laten we eerst eens even kijken hoe dat Oregon Clear&Better “gemaakt” wordt.
In Oregon en Canada groeien naaldbomen die Douglas Fir genoemd worden. Ze groeien langzaam, worden oud en erg dik. Elke naaldboom maakt heel veel takken die allemaal in het hart van de boom beginnen. Vaak staan die takken in kransen van drie tot zes takken. Denk maar aan een kerstboompje. Tussen het hout en de schors zit een heel dun vliesje van 1 cel dik, het Cambium. Op die plaats groeit de boom, want het cambium zet naar binnen houtcellen af en naar buiten schorscellen. Zo wordt de boom elk jaar een beetje dikker. De takjes hebben ook een cambiumlaagje, die worden ook elk jaar dikker.
Hoe hoger de bomen worden, des te minder licht dringt door naar de onderkant. Daardoor sterven de onderste takken af. De stam blijft doorgroeien in de dikte, maar bij de dode takken gaat de nerf niet meer mee naar de takken maar buigt er omheen. Het dode stuk tak blijft los in het hout zitten. Na een flink aantal jaren breekt een dode tak af. Vanaf dat moment zal de wond die de dode tak achterlaat overgroeid raken.
Wat betekent dit voor timmerhout dat uit een boom wordt gezaagd? Een plank die uit het binnenste van de stam komt, zal boordevol kleine kwasten zitten, dat zijn de aanzetten van de takken. Een plank die wat verder naar buiten in de stam zat, zal een aantal vaste kwasten hebben (van takken die op die dikte nog leefden) en een aantal losse kwasten (van dode takken die aan het om-groeien waren). Die losse kwasten ken je wel van de vurenhouten latjes waarin die keiharde losse bruine dingen zitten. Een plank die uit het buitenste van de stam komt zal de minste kwasten hebben, want de dode en afgebroken takken zijn daar al geheel overgroeid.
Als een Douglas Fir uit Oregon of Canada wordt gekapt en verzaagd, mag het hout Oregon worden genoemd. Als eenzelfde boom uit de Ardennen of van de Veluwe wordt verwerkt dan heet het gewoon Douglas. In de zagerij wordt plank voor plank de kwaliteit beoordeeld. De lelijke planken uit het midden van stam krijgen het predikaat “Merchandise&Better”, dat is het zogenaamde rustieke hout geschikt voor pallets en andere minkukeltoepassingen. Iets betere planken worden “Select&Better”, wat normaal timmerhout is met kwasten, harszakken, scheuren e.d. Het mooiste hout uit de buitenkant van de stam is “Clear&Better”. Nou wordt er aardig wat gesjoemeld, want Cl&B levert natuurlijk meer op dan S&B, dus zelfs Cl&B is niet altijd geschikt voor onze mastjes. Onze belangrijkste importeurs zullen daarom elke binnengekomen partij weer zelf verder selecteren. Hoe mooier en hoe dikker en hoe langer de plank, des te duurder per kubieke meter.
Maar als je dan eindelijk de allerbeste balkjes Clear&Better gescoord hebt, heb je dan ook echt het ideale mastenhout? Nee. Er zijn standaard twee problemen. Of eigenlijk zelfs drie. Ten eerste, omdat het mooiste hout uit de buitenkant van de stam komt, zit dat boordevol spinthout. En spint is toegestaan binnen de eisen van Cl&B. (=>”Maar Wim, wat is in vredesnaam spinthout?” Hoor ik iemand vragen. Zoals beschreven groeit een boom aan de buitenkant, bij het Cambium. Aan de buitenkant van elke boom zit dus een laag van levend hout, waar allerlei sappen doorheen stromen naar boven en naar beneden. Deze laag van levend hout noemen we spinthout, het is meestal tussen de twee en 10 cm dik. Spinthout zit tjokvol zetmeel en andere lekkernijen voor insecten en schimmels en zal snel verrotten. Na een aantal jaren sterft de binnenste laag spinthout af en die verandert in (dood) kernhout. Dat kernhout is het echte timmerhout.) Goed, er zit dus eigenlijk altijd spinthout aan je Oregon Clear&Better. Dat maakt een verlijmde mast gevoelig voor rot, wat des te vervelender is omdat dat spint ook aan de binnenkant terecht kan komen waar je het niet ziet.
Ten tweede het andere standaardprobleem. De meeste bomen groeien niet gewoon recht naar boven, maar doen dat spiraalsgewijs. Kijk maar eens naar een mast uit een massieve boom, die zal krimpscheuren (windscheuren) vertonen. De scheuren gaan vrijwel nooit recht op-en-neer, maar bijna altijd als een lang-gerekte spiraal. Van boven naar beneden meestal linksom draaiend als een boom op het noordelijk halfrond gewoond heeft. De houtvezels in een stam lopen dus vrijwel altijd spiraalsgewijs. Zodra men een stam aan planken zaagt, zullen de houtvezels dus niet recht met de plank meelopen, maar er schuin inliggen. Dat maakt zo’n plank gevoelig voor breuk, evenwijdig aan de vezels dus schuin door de plank.
Als je nu een giekje (van, zeg 4,5 meter) van één balkje prachtig mooi Oregon maakt, is de kans heel groot dat hij makkelijk breekt. Maar als je een dikker rondhout gaat lijmen uit allemaal balkjes, dan zullen die schuinlopende vezels steeds kruiselings op elkaar komen. Dat verkleint de kans op breuk aanzienlijk, en als bonus wordt zo’n verlijmde mast erg stijf van die gekruiste vezels. Stijf, hij zal dus minder buigen bij belasting.
Een verlijmde mast (of giek) is dus stijver dan eentje uit 1 massieve boom, maar niet sterker want in een massieve mast lopen alle vezels ongehinderd van beneden naar boven. Een massieve mast is beter in het opvangen van klappen die hij soepel zal incasseren, maar een verlijmde mast zal beter presteren op een wedstrijdboot waar alles snaarstrak en recht moet blijven.
Het derde probleem is iets van de laatste decennia. In sommige partijen geïmporteerd Oregon werden beestjes aangetroffen. De toezichthoudende instanties hadden een hekel aan beestjes zonder verblijfsvergunning, dus werd geëist dat voortaan al het Oregonhout een warmtebehandeling moet ondergaan. Deze warmtebehandeling is dodelijk voor de beestjes maar helaas ook slecht voor de sterkte en structuur van het hout, het is er brosser van geworden.
De verwachte levensduur van een massieve mast is langer dan die van een verlijmde, vooral door het aanwezige spinthout (en soms door falende lijmverbindingen) in verlijmde masten. Dit alles op voorwaarde van goedgemaakte producten en goed onderhoud.
Ten slotte, hoe dunner een rondhout, des te minder geschikt is Oregon. Ik heb het ondervonden met de strontrace, de geweldig mooie en dure vaarbomen van Oregon braken al bij het eerste duwtje, de goedkope vaarbomen van fijnspar (=vurenhout) bleven heel. Al bogen ze flink als je er met drie personen in hing.
Hoe keur ik een rondhout?
Als eerste kijk ik op een afstandje. Zitten er kronkels of ongewenste vervormingen in het hout? Hangt-ie door? Zijn er beschadigingen? Roestsporen?
Dan bekijk ik ‘m van dichtbij. Wat is er opgesmeerd en wat is de toestand van het smeersel?
Ik klop het rondhout af. Daarvoor gebruik ik het hardplastic handvat van een goedkope schroevendraaier, want dat geeft de mooiste en duidelijkste klank.
Ik klop zachtjes rondom het hout, in cirkels op ongeveer 25 tot 30 cm van elkaar. Daarbij houd ik mijn vrije hand ernaast op het hout om de trillingen te voelen.
Met de nodige ervaring zijn gebreken in het hout hoorbaar tot in het hart.
(Ik zie zogenaamde experts wel eens met een hamer op een rondhout rossen. Op die manier hoor je weinig nuances en beschadig je het hout.)
In geval van twijfel zal ik prikken met een lange dunne schroevendraaier, hoewel mijn scherp zakmes ook paraat is.
Rot wordt veroorzaakt door schimmel. Het fijne is dat de meeste mensen heel goed in staat zijn om lage concentraties schimmel te ruiken. Ik snuif dan ook de lucht uit windscheuren op, steek af en toe een schroevendraaier zo diep mogelijk in de windscheuren om er daarna aan te ruiken.
Zo ga ik langzaam langs de hele mast of giek, waarbij ik meteen let op bijzonderheden, zoals breuken (= afkeur), kwasten, deuken, beschadigingen.
Ik check ook op de aanwezigheid van spinthout (= afkeur).
De plekken die ik bijzonder veel aandacht geef zijn (bij de mast) de onderkant van de voet, de omgeving van de mastbout, de gilling (dat is de overgang van vierkant naar rond), de hommer en bij het beslag. Indien aanwezig, is een slijtplaat voor de gaffelschoen ook een risico. Dat zijn de meest kwetsbare plekken.
Bij het topbeslag kijk/klop/prik/ruik ik nauwkeurig. Veel voorkomende problemen zijn instabiel beslag (waar beweging inzit), slechtpassend beslag, afzakkend beslag, roestvorming, spijkers of schroeven in het hout (waarvan –O Gruwel!!- spaanplaatschroeven het allerergste zijn) en beslag waar water op of onder blijft staan, bijvoorbeeld doordat iemand met de beste bedoelingen de zaak heeft afgekit.
Verder kijk ik naar slijtsporen aan beslag en sluitingen.
Berucht is het gesloten beslag op de uiteinden van gieken, gaffels, bokkepoten en kluiverbomen. Ik noem dat een dop, bijvoorbeeld bij de lummel. Daar blijft gegarandeerd water in staan met rotterij tot gevolg.
Bij verlijmde rondhouten kijk ik naar de lijmnaden, of die nog allemaal goed dicht zitten.
Ik check de lassen (dat is waar de planken in de lengterichting aan elkaar zijn bevestigd). De lassen moeten een schuinte hebben van tenminste 1:10, dus planken van 10 cm dik moeten een las hebben van minsten een meter lang.
Vingerlassen, zoals in Ikea-keukenbladen, zijn uit den boze, want slechts 1:4 en dus afkeuringswaardig.
Verder moeten de lassen goed verscherfd zijn, dus goed verdeeld en niet bij elkaar liggend.
Bij holverlijmde masten kijk ik zo goed als het gaat in het interieur, en ruik er grondig aan, indien nodig met behulp van een slangetje. Er is een groot risico op rot van binnenuit.
Vooral verlijmde masten en gieken staan soms in de epoxy. In principe betekent dat afkeur, tenzij na kaalhalen blijkt dat er geen schade is. Epoxy verhult verkleuringen door rot en beïnvloedt de klank bij het afkloppen.
Met name in de skûtsjewereld is er ook wat afgeklooid met masten, bijvoorbeeld door een hele douglas of lariks boom in de lengte tot planken te zagen en die vervolgens binnenstebuiten aan elkaar te plakken.
Het voordeel is dat het hart er dan uit is. Maar dat is dan ook het enige voordeel.
Ik zal er verder geen woorden aan vuil maken.
Eind november 2023 heeft TNO een conceptrapport geleverd. Op verzoek van het ministerie hebben zij een keuringsmethode voor rondhouten bedacht.
Helaas, uit alles blijkt dat de opstellers ervan geen benul hebben hoe hout groeit , wat de risico’s zijn en hoe masten en gieken gemaakt en onderhouden worden. Het is tenenkrommend.
Hun belangrijkste instrument voor keuring is een vochtmeter.
Ook daaraan zal ik geen woorden meer vuilmaken.
Beste Wim!
Super bedankt voor je zeer uitgebreide antwoord. Ik ga je voordragen voor een leerstoel als buitengewoon hoogleraar "masten" aan de houtbewerkers universiteit!
vr. grt, Jan-Kees, lemsteraak D'rAak.
04-03-2024, 22:59 (Dit bericht is het laatst bewerkt op 04-03-2024, 23:00 door Jollenbaas.)
(04-03-2024, 22:27)D'rAak schreef: Beste Wim!
Super bedankt voor je zeer uitgebreide antwoord. Ik ga je voordragen voor een leerstoel als buitengewoon hoogleraar "masten" aan de houtbewerkers universiteit!
vr. grt, Jan-Kees, lemsteraak D'rAak.
Hierboven heb ik beschreven welke gebreken ik ernstig vind, en welke ik minder erg vind.
In de richtlijn voor beroeps zeilschippers wordt vooral uitgeweid over windscheuren, er worden getallen genoemd over de maximale diepte en breedte van die scheuren.
Ik verschil daarin van mening met de opstellers van die richtlijn. In mijn ruim 40-jarige loopbaan heb ik vele gebroken, beschadigde en rottende rondhouten gezien, maar nog nooit een mast of giek die door windscheuren was gesneuveld. Wel indirect, door rotten na inwatering in de scheuren, maar daarop hebben breedte en diepte van de scheuren geen invloed.
Ik zie windscheuren vooral als een esthetisch probleempje en als potentiële inwateringsplek, maar niet als een sterkteprobleem.
Wat zijn de meest voorkomende afkeuringsgronden die ik tegenkom?
-Inwatering en rot bij de hommer;
-Inwatering en rot tussen de mastvoet en de mastbout;
-Rot door een stalen pijp die in de mast rond de mastbout zit;
-Inwatering en rot bij het lummelbeslag van de giek;
-Inwatering en rot bij het voetbeslag van de kluiverboom;
-Rot door dichtgekitte windscheuren;
-Ernstige rot door gebruik (nee, misbruik) van epoxy of harde lakken;
-Rot en beestjes in niet verwijderd spinthout;
-Breukbegin bij kwastenkransen;
-Valbreuken;
-Rot bij spijkers of schroeven bij het beslag;
-Falende verlijming, vooral bij rondhouten van voor 1980;
-Bij verlijmde masten: rot van binnenuit vanuit de holte, dikwijls na inwatering langs de stroompijpjes.
Dan nog een andere kwestie.
Ik pretendeer enig verstand van rondhouten te hebben. Ik ben op dat vakgebied een expert.
Maar als ik een rondhout keur, heeft dat geen enkele juridische waarde.
Als je je rondhout officieel wilt laten keuren, dien je een “expert” in te huren, dat is iemand die een cursusje heeft gevolgd en een papier heeft gekregen waarop staat dat hij/zij een “expert” is, uitgegeven door een juridisch geschoold clubje.
Met opzet gebruik ik de aanhalingstekens, want ik heb een hoop ellende gezien die door “experts” is veroorzaakt. Vooral jacht"experts" met allerlei fraaie stempels van officiële clubs wantrouw ik grondig tot het tegendeel bewezen is.
Beste Wim,
Hulde voor het tentoonstellen van zoveel kennis omtrent rondhouten. Hulde en dank!!
Ooit overwogen 'dit' te laten plaatsen in de SdZ?
Fijn dat je dit forum zo ondersteunt Wim!!
Waar blijft deze kennis? Wordt er aan gewerkt om deze kennis voort de toekomst veilig te stellen?
Je bent een (over)drukke houtbaas, meen ik te weten. Als er ooit ruimte in je agenda komt dan zou ik graag een 'houtcursus' bij je volgen. Ik kom daarvoor graag vanuit Wageningen naar je toe!
Nogmaals dank!
(05-03-2024, 10:39)Klaas de Jong schreef: Beste Wim,
.............
Waar blijft deze kennis? Wordt er aan gewerkt om deze kennis voort de toekomst veilig te stellen?
Je bent een (over)drukke houtbaas, meen ik te weten. Als er ooit ruimte in je agenda komt dan zou ik graag een 'houtcursus' bij je volgen. Ik kom daarvoor graag vanuit Wageningen naar je toe!
Nogmaals dank!
Wieke Mare
Grundel 8.5
Als ik doodga is mijn kennis weg. Geen opvolger, geen geld om iemand op te leiden.
Maar je bent welkom in Antwerpen, waar ik nog wel een half jaar (of zo) werk aan de poon Ouderhoek.
Wim.
Hoi Wim, ik had een meer gerichte cursus in gedachten. Wellicht kun je ooit je kennis aan papier toevertrouwen en via een boek je nalatenschap in deze verzorgen..?
(06-03-2024, 16:15)Klaas de Jong schreef: Hoi Wim, ik had een meer gerichte cursus in gedachten. Wellicht kun je ooit je kennis aan papier toevertrouwen en via een boek je nalatenschap in deze verzorgen..?
Om een gerichte cursus op te zetten moet er veel worden voorbereid. Dat kost veel tijd en geld.
Voor de basisbeginselen kun je ook bij een botenbouwschool terecht, in Amersfoort of Den Helder (of is die laatste net verhuisd?). Die zijn helemaal ingericht om cursisten te begeleiden.
Een boek schrijven? Dat zit er niet in. Dat kost heel veel tijd. Daarna mag je blij zijn als er 100 exemplaren worden verkocht. En er zijn al diverse boeken over scheepsbouw op de markt, waarvan sommige al eeuwen oud. Het enige probleem daarmee is, dat ze voor niet-vaklui soms moeilijk te lezen zijn door het jargon en de vereiste voorkennis.
Maar ik zal af en toe een stukje van mijn kennis delen op dit forum en op het zeilersforum. Een tijd terug had ik al een handleiding geplaatst over het maken van een kromme gaffel.
10-03-2024, 13:14 (Dit bericht is het laatst bewerkt op 10-03-2024, 13:16 door Berghout-2.)
Als aanvulling op de houtverhalen, een foto van een doorgezaagde lariks mast. De diameter ter plekke is 35 cm.
Om de hele foto te zien moet je er even op rechts-klikken, dat opent hij in een nieuw venster.
Je kunt hier zien:
-In het midden, zwart omcirkeld, ligt het hart met als centrum het merg. Vanuit dat merg groeien alle takken.
We zien een takje dat doorgezaagd is. Vanuit het merg tot aan de groene streep was de tak levend, je ziet de jaarringen van de stam vloeiend overgaan naar de tak.
Toen de boom de dikte had bereikt bij de groene streep, ging de tak dood. De boom werd elk jaar dikker en groeide om de (nu losse) tak heen.
Toen de boom gegroeid was tot de blauwe streep brak de tak af. Vanaf daar is de tak overgroeid en is er sprake van kwastvrij hout.
-In roze: een windscheur. Zoals beschreven loopt die haaks op het oppervlak en recht naar het hart.
(11-03-2024, 12:59)RooieDirk schreef: De BBZ heeft een branchenorm rondhouten gemaakt en voor een ieder beschikbaar op hun site. https://veiligheidskompas.eu/toolkit/12-...rondhouten
Ook voor niet beroeps schippers/eigenaren zeker bruikbaar.
De link naar de PDF gaat niet echt helpen helaas.......
Heb net het hout met de kettingzaag bewerkt. Mast kluiverboom en giek. Brandhout. Dikke windscheuren en doorgezakt. Had m plat liggen tot de top op een zekere dag op het roer lag. Tis allemaal prachtig dat hout. Helaas kun je er niet in kijken en moet je maar van buiten beoordelen hoe het met hem gesteld is. Heb ervoor gekozen om bij Olivier van der Meer een zeilplan te laten maken en dan wordt alles staal. Kluiverboom gaan eraf. Lekker simpel fok en grootzeil. Voor die 4 weken per jaar vind ik het wat luxueus.
Best platbodemers,
daar ben ik weer! Dat was dus een uitstekend advies van Wim. Potverdikkeme gaat dat wel heel veel geld kosten.... "Maar beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald" zoals Opoe altijd zei.... Ter controle het mastbeslag verwijderd. Dat was een hele klus, want de beslagen waren onderling gekoppeld met gelaste RVS strippen. Toch maar gedaan. Ondanks het fiet dat ik de bovenranden van de beslagen had afgekit en dat jaarlijks controleerde bleek de hommer toch 12 tot 15 cm ingerot, bijna volledig in de rondte. Dat wordt dus een nieuwe mast..... Beetje jammer was wel dat ik vier lange dagen bezig was geweest de oude vernis lagen te verwijderen, en met een schraapstaal het hout kaal te halen tot op het bot. Die tijd had ik me dus kunnen besparen. Maar ach, je bent van de straat, en dat is tegenwoordig een veilig gevoel.
Grt, Jan-Kees