Specificaties van de Orion
Algemeen:
Vlag: Nederlandse
Type: Boltjalk
Scheepswerf: Scheepswerf Drent te Veendam
Bouwjaar: 1905
Lengte over stevens: 19,96 m
Breedte van de romp: 4,40 m
Diepgang: ca 0,8m
Waterverplaatsing/ tonnage: 14.219 m3
Doorvaarthoogte met gestreken mast: ca 2,5 m
Doorvaarthoogte met staande mast: ca 20 m
Stahoogte: van 1,70m tot 1,92 m
Ontwerp, bouw, staat casco, conservering:
Bouwwijze: geklonken, nieuw staal gelast
Ballast: geen
Schotten: voorpiek schot met waterdichte deur, hoofdmotor in stalen kist
Rompvorm: platbodem
Materiaal: staal
Materiaal dek: staal
Materiaal opbouw: staal met 13 patrijspoorten 3 jachtluiken en 2 houten luiken en 2 koekoeks
Vloerconstructie: losneembaar
Dubbelingen: bij kop, badkamer en kimmen gedeeltelijk
Laatste hellingrapport: 2010
Voortstuwing:
Hoofdmotor: Volvo Penta 6.cil. MD 47, dieselmotor 51 KW(69,3 PK)
Overbrenging: hydraulische keerkoppeling
Koeling: beunkoeling
Uitlaat: droog
Boegschroef: geen
Stuurinrichting: stuurwiel , mechanisch
Overige installaties en tanks:
Stroomaggregaat: geen
Warmwaterbron: badgeiser
Waterdruksysteem: 24 V pomp, 2008
Verwarming: Kabola Old Dutch oliekachel in het ruim met aangesloten radiatoren, 2010
Gasinstallatie: stalen bun op achterdek voor 3 flessen
Dynamo: 24 V / 35 A Nieuwe koolborstels 2013
Acculader: Victron
Walstroom: 220 V
Omvormer: 24 V / 1.800 W Combi Victron
Voltage: 24 V (5 groepen): verlichting, badpomp en hydrofoor en 220 V (2 groepen)
Accu's: 2 x voor licht en 2 x voor start
Sanitair: badkamer met groot bad en wastafel, onderwatertoilet met handpomp
Watertanks: 4 stalen gecementeerde tanks met mangat, samen ca. 2.000 l
Brandstoftanks: 2 stalen tanks met mangat, samen ca. 600 l
Tuigage, zeilen en lieren:
Tuigage: 1 mast gaffeltuig
Strijkinrichting: stalen bokkenboten
Materiaal masten: lariks
Materiaal zwaarden: Bankiraj
Aantal zeilen: 2 x bruin dacron
Zeiloppervlak aan de wind: ca. 100 m
Lieren: 2 hooiberglieren; zwaardlieren
Huiken: 2
Navigatiemiddelen:
Kompas: electrisch Datema
Marifoon: Sailor RT 144
Boltjalk
De Orion is een boltjalk. De boltjalk wordt ook wel “bol” of “bolle” genoemd. Kenmerkend van de boltjalk is dat hij ronde kop heeft in plaats van ronde boegen. Boltjalken werden met één mast gebouwd en ze kregen zijzwaarden. In tegenstelling met andere tjalken is de Groninger boltjalk gebouwd voor de vrachtvaart in veenkoloniën en in (de Groninger) kanalen. Hiervoor was het van belang dat de schepen smal en ondiep waren.
Ubi beni ibi patria
De Orion werd op 4 mei 1905 te water gelaten in Veendam op de scheepswerf van Drent en voer tot 1935 met de Latijnse naam 'Ubi beni ibi patria', wat betekent: ‘waar het me goed gaat, daar mijn vaderland’. Later kreeg de Orion de namen: 'RAN', 'Rival', 'Patria' in de periode 1935 tot 1983 en uiteindelijk vanaf 1983 de huidige naam 'Orion'.
Vracht
Omdat tjalken “flexibele” schepen waren, werden ze in de 19e en 20e eeuw voor het vervoer van veel verschillende vrachten gebruikt. De Orion vervoerde in de 20e eeuw vooral bieten, turf en aardappelen, dit tot ongeveer de jaren ‘60.
Vaargebied
In het gebied van de Oostzee tot Noord-Frankrijk en Engeland kwamen tjalken voor. Boltjalken vaarden meestal in Groningen, vandaar de naam “Groninger boltjalk”. Aan het uiterlijk van de Orion is dan ook te zien dat hij niet is gemaakt voor het varen op grote wateren. Ongeveer tot de jaren ‘60 heeft ze dan ook in noordelijke wateren gevaren. Ondanks dit feit zijn Groninger boltjalken toch snelle zeilers vanwege hun bouw (gunstige rompsnelheid en afmeting van 20 x 4 meter). Omdat de mast ver naar voren is geplaatst, ten gunste van de laadruimte, komt de boltjalk trager vooruit in minder ruim bezeilde koers.
Neergang van de vrachtzeilvaart
Toen zeilschepen niet meer gewild waren als vrachtvervoerders, vanwege de komst van andere (snellere) vervoerders, werden vrachtzeilschepen aan de kant gezet. Nieuwe doeleinden werden bedacht voor de schepen (bijvoorbeeld ombouw tot woonschip) of ze werden simpelweg gesloopt.
Na de tweede wereldoorlog was er echter nog een korte periode van opleving van de vrachtzeilvaart.
Wat het doeleinde van de Orion was, direct na de periode dat ze diende als vrachtzeilschip, is nog niet volledig bekend. Waarschijnlijk is het schip net na de Tweede Wereldoorlog verlengd. Verlenging van schepen werd veel gedaan. Veel zeilschepen die verlengd zijn, zijn herkenbaar aan hun “uitgerekte” uiterlijk. De Orion is waarschijnlijk in de jaren ‘70 weer verkort naar oorspronkelijke lengte.
Motor
Oorspronkelijk kwamen tjalken zeilend vooruit, maar tegenwoordig hebben de meeste tjalken een mechanische voortstuwing. Ook de Orion moest eraan geloven, in de periode na de Tweede Wereldoorlog werd er een DAF gloeikopmotor ingebouwd en later in 1983 werd deze vervangen voor een Volvo Penta MD 47, die afkomstig was van een ‘combine’ landbouwmachine.
Charter
In 1983 werd de Orion gekocht door dhr. R. J. de Waard en hij heeft het schip klaargemaakt voor de charter, het schip naar oorspronkelijke staat proberen terug te brengen en weer onder zeil gebracht. Na de tweede wereldoorlog werden veel zeilschepen, die niet meer gebruikt werden als vrachtschip, omgebouwd tot charterschip. Ook nu nog is charteren een gewild tijdverdrijf, ontspannen vakantie of wordt het zelfs gebruikt als teambuilding voor bedrijven. Met charteren bieden schippers zeilvakantie’s of zeiltochten aan, in opdracht van een klant of groep mensen samen.
In 1983 werd de roef in oorspronkelijke staat teruggebracht en patrijspoorten werden aangebracht. In 1990 is het schip overgegaan naar een nieuwe eigenaar: dhr. Bruweis en deze heeft voornamelijk vanuit Harlingen gecharterd. Daarna is het schip waarschijnlijk richting Groningen gegaan waar ze rond 1998 is gekocht voor bewoning.
Gegevens
Niet altijd hoefden schepen zich ergens in te schrijven en hun geschiedenis bij te houden zoals tegenwoordig wel het geval is. Dit maakt het lastiger de historie van schepen te achterhalen. In 1947 is de Orion te boek gesteld in Groningen en in 1977 is de laatste meetbrief afgegeven bestaande uit de volgende letters en cijfers: G 13702.
Algemeen:
Vlag: Nederlandse
Type: Boltjalk
Scheepswerf: Scheepswerf Drent te Veendam
Bouwjaar: 1905
Lengte over stevens: 19,96 m
Breedte van de romp: 4,40 m
Diepgang: ca 0,8m
Waterverplaatsing/ tonnage: 14.219 m3
Doorvaarthoogte met gestreken mast: ca 2,5 m
Doorvaarthoogte met staande mast: ca 20 m
Stahoogte: van 1,70m tot 1,92 m
Ontwerp, bouw, staat casco, conservering:
Bouwwijze: geklonken, nieuw staal gelast
Ballast: geen
Schotten: voorpiek schot met waterdichte deur, hoofdmotor in stalen kist
Rompvorm: platbodem
Materiaal: staal
Materiaal dek: staal
Materiaal opbouw: staal met 13 patrijspoorten 3 jachtluiken en 2 houten luiken en 2 koekoeks
Vloerconstructie: losneembaar
Dubbelingen: bij kop, badkamer en kimmen gedeeltelijk
Laatste hellingrapport: 2010
Voortstuwing:
Hoofdmotor: Volvo Penta 6.cil. MD 47, dieselmotor 51 KW(69,3 PK)
Overbrenging: hydraulische keerkoppeling
Koeling: beunkoeling
Uitlaat: droog
Boegschroef: geen
Stuurinrichting: stuurwiel , mechanisch
Overige installaties en tanks:
Stroomaggregaat: geen
Warmwaterbron: badgeiser
Waterdruksysteem: 24 V pomp, 2008
Verwarming: Kabola Old Dutch oliekachel in het ruim met aangesloten radiatoren, 2010
Gasinstallatie: stalen bun op achterdek voor 3 flessen
Dynamo: 24 V / 35 A Nieuwe koolborstels 2013
Acculader: Victron
Walstroom: 220 V
Omvormer: 24 V / 1.800 W Combi Victron
Voltage: 24 V (5 groepen): verlichting, badpomp en hydrofoor en 220 V (2 groepen)
Accu's: 2 x voor licht en 2 x voor start
Sanitair: badkamer met groot bad en wastafel, onderwatertoilet met handpomp
Watertanks: 4 stalen gecementeerde tanks met mangat, samen ca. 2.000 l
Brandstoftanks: 2 stalen tanks met mangat, samen ca. 600 l
Tuigage, zeilen en lieren:
Tuigage: 1 mast gaffeltuig
Strijkinrichting: stalen bokkenboten
Materiaal masten: lariks
Materiaal zwaarden: Bankiraj
Aantal zeilen: 2 x bruin dacron
Zeiloppervlak aan de wind: ca. 100 m
Lieren: 2 hooiberglieren; zwaardlieren
Huiken: 2
Navigatiemiddelen:
Kompas: electrisch Datema
Marifoon: Sailor RT 144
Boltjalk
De Orion is een boltjalk. De boltjalk wordt ook wel “bol” of “bolle” genoemd. Kenmerkend van de boltjalk is dat hij ronde kop heeft in plaats van ronde boegen. Boltjalken werden met één mast gebouwd en ze kregen zijzwaarden. In tegenstelling met andere tjalken is de Groninger boltjalk gebouwd voor de vrachtvaart in veenkoloniën en in (de Groninger) kanalen. Hiervoor was het van belang dat de schepen smal en ondiep waren.
Ubi beni ibi patria
De Orion werd op 4 mei 1905 te water gelaten in Veendam op de scheepswerf van Drent en voer tot 1935 met de Latijnse naam 'Ubi beni ibi patria', wat betekent: ‘waar het me goed gaat, daar mijn vaderland’. Later kreeg de Orion de namen: 'RAN', 'Rival', 'Patria' in de periode 1935 tot 1983 en uiteindelijk vanaf 1983 de huidige naam 'Orion'.
Vracht
Omdat tjalken “flexibele” schepen waren, werden ze in de 19e en 20e eeuw voor het vervoer van veel verschillende vrachten gebruikt. De Orion vervoerde in de 20e eeuw vooral bieten, turf en aardappelen, dit tot ongeveer de jaren ‘60.
Vaargebied
In het gebied van de Oostzee tot Noord-Frankrijk en Engeland kwamen tjalken voor. Boltjalken vaarden meestal in Groningen, vandaar de naam “Groninger boltjalk”. Aan het uiterlijk van de Orion is dan ook te zien dat hij niet is gemaakt voor het varen op grote wateren. Ongeveer tot de jaren ‘60 heeft ze dan ook in noordelijke wateren gevaren. Ondanks dit feit zijn Groninger boltjalken toch snelle zeilers vanwege hun bouw (gunstige rompsnelheid en afmeting van 20 x 4 meter). Omdat de mast ver naar voren is geplaatst, ten gunste van de laadruimte, komt de boltjalk trager vooruit in minder ruim bezeilde koers.
Neergang van de vrachtzeilvaart
Toen zeilschepen niet meer gewild waren als vrachtvervoerders, vanwege de komst van andere (snellere) vervoerders, werden vrachtzeilschepen aan de kant gezet. Nieuwe doeleinden werden bedacht voor de schepen (bijvoorbeeld ombouw tot woonschip) of ze werden simpelweg gesloopt.
Na de tweede wereldoorlog was er echter nog een korte periode van opleving van de vrachtzeilvaart.
Wat het doeleinde van de Orion was, direct na de periode dat ze diende als vrachtzeilschip, is nog niet volledig bekend. Waarschijnlijk is het schip net na de Tweede Wereldoorlog verlengd. Verlenging van schepen werd veel gedaan. Veel zeilschepen die verlengd zijn, zijn herkenbaar aan hun “uitgerekte” uiterlijk. De Orion is waarschijnlijk in de jaren ‘70 weer verkort naar oorspronkelijke lengte.
Motor
Oorspronkelijk kwamen tjalken zeilend vooruit, maar tegenwoordig hebben de meeste tjalken een mechanische voortstuwing. Ook de Orion moest eraan geloven, in de periode na de Tweede Wereldoorlog werd er een DAF gloeikopmotor ingebouwd en later in 1983 werd deze vervangen voor een Volvo Penta MD 47, die afkomstig was van een ‘combine’ landbouwmachine.
Charter
In 1983 werd de Orion gekocht door dhr. R. J. de Waard en hij heeft het schip klaargemaakt voor de charter, het schip naar oorspronkelijke staat proberen terug te brengen en weer onder zeil gebracht. Na de tweede wereldoorlog werden veel zeilschepen, die niet meer gebruikt werden als vrachtschip, omgebouwd tot charterschip. Ook nu nog is charteren een gewild tijdverdrijf, ontspannen vakantie of wordt het zelfs gebruikt als teambuilding voor bedrijven. Met charteren bieden schippers zeilvakantie’s of zeiltochten aan, in opdracht van een klant of groep mensen samen.
In 1983 werd de roef in oorspronkelijke staat teruggebracht en patrijspoorten werden aangebracht. In 1990 is het schip overgegaan naar een nieuwe eigenaar: dhr. Bruweis en deze heeft voornamelijk vanuit Harlingen gecharterd. Daarna is het schip waarschijnlijk richting Groningen gegaan waar ze rond 1998 is gekocht voor bewoning.
Gegevens
Niet altijd hoefden schepen zich ergens in te schrijven en hun geschiedenis bij te houden zoals tegenwoordig wel het geval is. Dit maakt het lastiger de historie van schepen te achterhalen. In 1947 is de Orion te boek gesteld in Groningen en in 1977 is de laatste meetbrief afgegeven bestaande uit de volgende letters en cijfers: G 13702.